Afval is het einde en een begin

Introduction

      Inleiding      -       Afval is het einde en een begin …

In de lessen wereldoriëntatie leerde je veel over afval en afvalverwerking.  Je leerde heel wat nieuwe woorden, worstelde met een hele reeks pictogrammen maar je leerde vooral hoe je zorgzamer kan omspringen met ons milieu.

De volgende opdrachten willen toetsen of je alles wel goed hebt onthouden.  Kan jij jezelf afval-expert noemen? Als je bereid bent de tips effectief toe te passen, dan ben je al een heel eind op weg op mee zorg te dragen voor ons milieu.

Je kan ook tonen dat je creatief aan de slag kan gaan. Laat de creatieveling in je los8

Veel succes !

Juf Joke

Vooraf:

Je zorgt voor 4 grote (A4) bladzijden uit je werkschrift.  Je mag ook op je pc een Word-document maken. Een voorbeeld vind bij ‘Meer weten’.  

Je noteert op elke bladzijde de titel van de opdracht.  Hieronder noteer je de oplossing van elke opdracht. Deze bladzijden voorzie je eveneens van je naam.

Je bundelt deze bladzijden en je levert ze dan bij je juf in. Als je op een Word-document hebt gewerkt, lever je het document elektronisch in.

Bij ‘Meer weten’ vind je waar je eventueel informatie kan zoeken.

Task

Opdrachten

Opdracht 1                -            Wat heeft dit te betekenen?

 

 

1.1.        Zoek op en noteer de betekenis van volgende woorden :

1.1.1.   recycleren

1.1.2.   composteren

1.1.3.   kringloopwinkel

1.1.4.   statiegeld

1.1.5.   sluikstorten

 

1.2.        Wat betekent …

1.2.1.   KGA

1.2.2.   PMD

1.2.3.   GFT

1.2.4.   HDPE

 

1.3.        Wat willen volgende pictogrammen ons vertellen?

1.3.1.

1.3.2.

1.3.3.

 

 

 

 

       1.3.4.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 2                 -                  Sorteer mee, dat is ok!

 

 

Wat hoort waar? Plaats een kruisje in de juiste kolom.

 

PMD

KGA

GFT

Papier & karton

Glas

restafval

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 3            -           Ja?! Neen !?

 

 

Waar of niet waar?

 

waar

niet waar

  1. Ik mag behangpapier in de container voor papier en karton gooien.

 

 

  1. Yoghurt- en dessertpotjes mag ik niet bij PMD gooien.    

 

 

  1. Olie en vetten horen op de composthoop, want deze stoffen vergaan.

 

 

  1. Papier met lijm, nietjes, touw, plastic aan kan men niet recycleren.

 

 

  1. Koffiefilters mogen op de composthoop.   

 

 

  1. Van 2000 drankblikjes in aluminium kan men een fiets maken

 

 

  1. Plastic flessen worden gewassen en dan omgesmolten tot nieuwe producten.

 

 

  1. Gras mag ik naar het containerpark brengen. Maar ik zal hiervoor moeten betalen.

 

 

  1. Je moet bokalen reinigen voor je ze in de glasbak gooit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 4               -             Beter voorkomen dan genezen ….

 

 

4.1. Wat kan jij doen om de papierberg te verkleinen? Geef 3 voorbeelden.

 

4.2. Wat kan jij doen om afval te voorkomen? Geef 3 voorbeelden.

 

 

 

 

Opdracht 5               -             Creatief? Ja toch?

 

Voor deze opdracht vorm je een duo met één van je medeleerlingen.

Bedenk een slogan i.v.m. het voorkomen van (te veel) afval.

Werk dit visueel uit. Maak hierbij bij voorkeur gebruik van waardeloos of recycleerbaar materiaal.

Stel jullie slogan en jullie werk voor aan de klas. Vertel hierbij waarom je deze slogan koos en hoe je tewerk gegaan bent bij de visuele uitwerking ervan. Zij geven een score. Het duo met de beste score wint een ereteken.

Alle werkjes worden tentoongesteld in de galerij van de school.

 

 

 

 

 

 

 

 

Evaluation

Je start met een afval(punten)berg van 50 (afval)punten.

Bij elke goede score vermindert die berg. De bedoeling is je afval(punten)berg zo klein mogelijk te maken! Dus deze keer niet om het meest maar om het minst!

 

Hierop zal je juf of de klas letten bij de beoordeling van

 

  1. de ingeleverde opdrachten

1.1.        Lay-out (5punten)

1.1.1.   Zijn de ingeleverde bladzijden verzorgd en overzichtelijk geschreven?

  • of

Is het Word-document volgens het voorbeeld gestructureerd?

1.1.2.   Zijn alle gegevens opgenomen?

1.2.        Oplossingen (40 punten)

1.2.1.      Zijn de gegeven antwoorden juist of fout? Elk goed antwoord vermindert je puntenberg met één punt.

 

  1. uitwerking van opdracht 5 (5punten)

2.1.        Is de slogan duidelijk?

2.2.        Spreekt de slogan aan?

2.3.        Werd er waardeloos/recycleerbaar materiaal gebruikt?

2.4.        Komt de slogan overeen met de illustratie ervan?

2.5.        Is de voorstelling netjes, mooi, aangenaam om naar te kijken?

 

 

 

 

 

 

Conclusion

Heb ik in de lessen over afval en afvalverwerking iets nieuws geleerd ?

Waren er dingen die mij heel erg verwonderden?

Is er iets in mijn gedrag veranderd?

Was het moeilijk om een slogan te bedenken?

Was het moeilijk om deze slogan visueel voor te stellen?

Komt mijn mening overeen met die van mijn duo-partner?

Zo niet, hoe kwamen jullie tot één besluit?

Credits

Op deze sites vind je heel wat informatie:

www.fostplus.be

www.heuvelland.be

www.ecowerf.be

www.bebat.be

www.vandale.be

 

 

Elke gemeente geeft jaarlijks een ophaalkalender uit. Ook daarop kan je heel wat informatie vinden. Voor de gemeente Asse vind je dit op www.asse.be

Teacher Page

 

  • Leerplandoelen VVKBaO

 

Overkoepelende doelen – basisattitudes

 

0.1 Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al zijn dimensies, hier en elders, vroeger en nu.

0.3 Kinderen beleven en ervaren een intense verbondenheid met de wereld.

0.7 Kinderen kunnen en durven problemen aanpakken.

 

 

Overkoepelende doelen – basisvaardigheden

 

0.12 Kinderen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken.

0.13 kinderen kunnen informatiebronnen op een doeltreffende manier hanteren.

0.15 kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen.

 

Mens en natuur

 

7.10 Kinderen ontdekken en zien in dat veel mensen de aanwezigheid van organismen in hun omgeving waarderen en/of beïnvloeden.

7.17 Kinderen beseffen dat de aarde bron is van energie en van grondstoffen.

7.18 Kinderen gaan op hun niveau zorgzaam om met hun milieu.

 

Schrijven

Schr 1.1 Belang en functie van visuele en geschreven boodschappen ervaren en beseffen

Lezen

L2 Boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren

  • Le.2.2 Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren.
  • Le 2.2.3 Talige boodschappen interpreteren.

L3 Boodschappen verwerken: beoordelen en integreren

Spreken

S1.11 Verslag uitbrengen aan leeftijdsgenoten en leerkracht over onder meer een op school behandeld onderwerp

Ict

 

1.12 Genoegen beleven aan de omgang met media.

3.1 De mogelijkheden van voor hen bedoelde mediamiddelen ontdekken.

3.4 Voor hen bedoelde mediamiddelen op een verantwoorde en veilige manier gebruiken.

3.7 Bereid zijn technische en instrumentele vaardigheid met betrekking tot media te ontwikkelen door te oefenen.

 

  • Extra materialen die nodig zijn

Dit is afhankelijk van wat de leerlingen uitwerken in opdracht 5